Startdatum 1 november 2023
Locatie On demand
Prijs € 249,00 ex. 21% BTW
Uiterste inschrijfdatum 1 november 2023
Moeilijkheden in de hechtingsrelatie tussen een kind en zijn of haar ouder of verzorger kunnen leiden tot emotionele en gedragsproblemen bij het kind en op latere leeftijd tot een verhoogd risico op psychische stoornissen. Behandeling richt zich op het herstellen van de hechtingsrelatie tussen het kind en de ouder of verzorger. Dit jaar staan de sprekers op het congres over hechtingsproblematiek dan ook uitvoerig stil bij de gevolgen van hechtingsproblematiek op het psychisch welzijn. En andersom: op welke manier heeft psychische problematiek bij een ouder of een kind invloed op de gehechtheidsrelatie tussen beiden?
Welke rol spelen bijvoorbeeld emotieregulatieproblemen die vaak ontstaan als gevolg van hechtingsproblematiek? Wat is de relatie tussen gehechtheidsproblematiek en depressie? Wat betekent het hebben van autisme voor de hechtingsrelatie? Wat als een ouder en / of kind een licht verstandelijke beperking heeft? Of als mensen uit een cultuur komen waarbinnen er andere opvattingen heersen over goed ouderschap dan bij ons? Hoe wordt hechtingsproblematiek doorgegeven van generatie op generatie en hoe help je die cirkel doorbreken?
Over deze en andere vragen met betrekking tot gehechtheid en hechtingsproblematiek, spreken op dit congres zes Nederlandse experts en dé Canadese gehechtheidsprofessor van dit moment.
Je hebt 30 dagen de tijd om alle videopresentaties on demand te volgen.
Op de hoogte blijven van al onze scholingsactiviteiten? Meld je dan aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Dit congres is bedoeld voor professionals die met cliënten, patiënten, leerlingen en gezinssystemen werken en vanuit hun werk met regelmaat te maken krijgen met hechtingsproblematiek. Te denken valt aan onder meer gedragsdeskundigen, jeugdzorgwerkers, (jeugd-)verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers, gezinshuisouders, (ambulant) gezinsbegeleiders, persoonlijk begeleiders, onderwijsadviseurs, ouder- en gezinscoaches, (GZ-)psychologen, (ortho)pedagogen, docenten, (school-) maatschappelijk werkers, jeugdartsen en vaktherapeuten.
Werk- en denkniveau: HBO / Universitair.
Dr. Guido van de Luitgaarden [Euregionaal Congresburo]
Prof. Dr. Marrie Bekker [Tilburg University] - Hechting in relatie tot emotieregulatie en psychopathologie
Dr. Anne Tharner en Dr. Marije Verhage [Vrije Universiteit Amsterdam] - Lost in translation: Spreken we allemaal dezelfde taal als het gaat over gehechtheid?
Dr. Anouk Spruit [Basic Trust] - Gehechtheid en depressieve klachten
Deelsessie 1A Drs. Elsien Hofstra [Youz] - De klinische praktijk van gehechtheidsproblematiek bij jeugdigen met een LVB
Deelsessie 1B Dr. Fabiënne Naber [Universiteit Utrecht] - De ontwikkeling van de gehechtheidsrelaties (sociale en hun emotionele ontwikkeling) bij mensen met autisme
Deelsessie 2A Dr. Tommy Hendriks [Tilburg University] - Het verminderen van hechtingsproblematiek op een culturele sensitieve manier bij migranten
Deelsessie 2B Prof. Dr. Sheri Madigan [University of Calgary] - Intergenerationele overdracht van hechtingsstijlen [Engelstalig]
Guido van de Luitgaarden is opgeleid als sociaal-pedagogisch hulpverlener en werkte in die hoedanigheid onder meer in het sociaal-cultureel werk. Hij was gedurende 16 jaar als senior onderzoeker en docent werkzaam bij Zuyd Hogeschool, lectoraat Sociale Integratie. Guido promoveerde aan de University of Salford (VK) op een proefschrift over oordeels- en besluitvorming bij vermoedens van kindermishandeling. Sinds 2006 is hij verbonden aan het Euregionaal Congresburo en het Centrum voor Educatie en Supervisie. Daarnaast is hij echtgenoot en (pleeg)vader.
Marrie H.J. Bekker is Hoofdopleider van de GZ-opleidingen bij RINO Amsterdam, als hoogleraar Klinische Psychologie verbonden aan de afdelingen klinische psychologie van de VU en van Tilburg University, en GZ-psycholoog bij De Hoofdlijn, afdeling Persoonlijkheidsstoornissen. Autonomie, hechting en sekse-/ genderverschillen vormen een rode draad door haar onderzoeksprojecten en publicaties over psychopathologie en geestelijke gezondheidszorg. Zij is een van de editors van het onlangs verschenen Handboek psychopathologie bij vrouwen en mannen (Amsterdam: Boom). Zij was jarenlang voorzitter resp. president van de Dutch Foundation resp. European Association of Women and Health Research (DF/EAWHR), en lid van de Alliantie Gender & Gezondheid. Ook leidt zij tal van extern gesubsidieerde onderzoeken en implementatieprojecten rond gender en diversiteit, zoals met betrekking tot GGZ-relevant master- en postacademisch onderwijs, en de GGZ-kwaliteitsstandaarden.
In deze inleiding staat hechting in relatie tot emotieregulatie en psychopathologie centraal. Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek, welke autonomieversterkende interventies zijn beschikbaar en hoe concreet toe te passen in de praktijk?
Anne Tharner werkt als universitair docent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. In haar onderzoek, wat zij onder andere heeft uitgevoerd in Rotterdam, Leiden, Kopenhagen en momenteel in Amsterdam, richt zij zich op de vraag hoe individuele verschillen in de kwaliteit van ouder-kind gehechtheidsrelaties tot stand komen en wat dit betekent voor de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. Anne is verder geïnteresseerd in ouder-kind interacties en welke rol digitale media hierin spelen. Samen met Marije Verhage werkt zij aan de vraag hoe we de kennis over gehechtheid in de wetenschap en de praktijk beter op elkaar kunnen laten aansluiten.
Veiligheid”, “sensitiviteit” “desorganisatie” - allemaal herkenbare begrippen, zowel in het dagelijkse leven als in het werk van veel zorgprofessionals, clinici en wetenschappers. Maar bedoelen we er eigenlijk allemaal hetzelfde mee? Om effectief met elkaar te kunnen communiceren over gehechtheid, is het belangrijk dat iedereen met dezelfde termen hetzelfde bedoelt. Sinds het verschijnen van de gehechtheidstheorie zijn er echter verschillende “gehechtheidstalen” ontstaan in de verschillende vakgebieden die gebruik maken van de theorie. Wellicht zijn de talen in de afgelopen 70 jaar zover uit elkaar gegroeid dat we, zonder het van elkaar te weten, allemaal een andere betekenis geven aan de bekende begrippen uit de gehechtheidstheorie. Dit brengt het risico met zich mee dat we langs elkaar heen praten. In deze presentatie gaan Anne Tharner en Marije Verhage nader in op verschillende manieren waarop kernbegrippen uit de gehechtheidstheorie worden verstaan en toegepast. Daarna volgen suggesties gericht op verbetering van de dialoog over gehechtheid tussen de verschillende vakgebieden.
Marije Verhage doet sinds 2009 onderzoek naar gehechtheid en ouderschap aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij promoveerde op een proefschrift over de transitie naar het ouderschap. Sindsdien leidt zij een internationaal samenwerkingsverband tussen 70 gehechtheidsonderzoekers dat zich richt op de vraag hoe gehechtheid wordt doorgegeven van ouders naar kinderen. De afgelopen jaren werkt zij naast dit fundamentele onderzoek samen met Anne Tharner aan de vraag hoe we de kennis over gehechtheid in de wetenschap en de praktijk beter op elkaar kunnen laten aansluiten.
Marije Verhage verzorgt deze presentatie samen met haar collega Anne Tharner.
Anouk Spruit is afgestudeerd als forensisch orthopedagoog aan de Universiteit van Amsterdam. Na het afstuderen is zij als promovendus en docent gaan werken bij de UvA, afdeling Forensische orthopedagogiek. Anouk is gepromoveerd op onderzoek naar het effect van sportinterventies op jeugddelinquentie en gedragsproblemen bij jongeren. Vervolgens is zij zich in haar functie als postdoctoraal onderzoeker gericht op onder andere gehechtheidsproblematiek en trauma. Sinds 2020 werkt zij als orthopedagoog, senior onderzoeker en trainer bij Basic Trust.
Geschat wordt dat één op de 22 jongeren een depressie doormaakt. Uit onderzoek blijkt dat onveilige gehechtheidsrelaties met opvoeders een voorspeller is van depressieve klachten en dat depressieve klachten en onveilige gehechtheidsrelaties vaak hand in hand gaan. In haar bijdrage gaat Anouk Spruit in op wat we weten over de relatie tussen gehechtheid en depressie, waarom er een verband is en wat dit betekent voor de behandeling van depressieve klachten en gehechtheidsproblematiek.
Elsien Hofstra is klinisch psycholoog-psychotherapeut. Zij is werkzaam bij Youz, poliklinische Kinder- en jeugd GGZ in Den Haag, Haar expertise is hechtingsproblematiek specifiek bij jeugdigen met een licht verstandelijke beperking.
In deze presentatie wordt besproken waarom het zo belangrijk is een focus op gehechtheid te hebben bij het werken met jeugdigen met een LVB. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij aandachtspunten in diagnostiek en behandeling van problematische gehechtheid. Hierbij komen valkuilen en problemen aan bod en worden praktische adviezen gegeven om hier zo goed mogelijk mee om te gaan.
Fabiënne Naber is als wetenschapper aangesteld bij het UMC-Utrecht afdeling Psychiatrie en werkzaam bij Autimaat (gespecialiseerde GGZ voor ASS) en het Kleine Heldenhuis (gespecialiseerde GGZ voor prematuur- en dysmatuur geboren kinderen).
De eerste relatie die een kind ontwikkelt is de relatie met de ouders. De kwaliteit van deze relatie is van invloed op de ontwikkeling van het kind. Niet alleen de cognitieve ontwikkeling wordt meer of minder door de ouders gestimuleerd, juist ook de sociale en emotionele ontwikkeling worden sterk beïnvloedt. De kwaliteit van de relatie is na 14 maanden zichtbaar in de gehechtheidsrelatie van het kind met de ouders en ontwikkelt zich op basis van sensitiviteit van de ouder op de signalen van het kind. Maar wat nu als de signalen van het kind anders zijn, doordat het kind een ontwikkelingsstoornis als autisme heeft? De signalen die het kind dan afgeeft, kunnen anders zijn, maar ook de reactie van het kind op de ouder kan anders zijn dan verwacht. Wat heeft dit voor gevolg voor de ontwikkeling van de gehechtheidsrelatie en daarmee op de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling van het kind? Maar bovenal, is hier iets aan te doen? Tijdens deze lezing worden de effecten van autisme op de ontwikkeling van de gehechtheidsrelatie duidelijk gemaakt en een effectief bewezen, kort-durende interventie (VIPP-auti ; Video Interventie to promote Positive Parenting - adapted to AUTIsm) besproken.
Tommy Hendriks is onderzoeker en stagecoördinator van de masteropleiding Positieve Psychologie en Welzijn aan de Universiteit van Tilburg. In 2018 behaalde hij zijn doctoraat aan de Universiteit van Amsterdam, waarbij hij zich richtte op de cross- en interculturele toepassingen van positieve psychologische interventies. Hij is gastdocent aan de Universiteit van Suriname, waar hij de bacheloropleiding 'Introductie in Positieve Psychologie' en de masteropleiding 'Positieve Geestelijke Gezondheid' heeft ontwikkeld. Hij is tevens associate editor bij het International Journal of Applied Positive Psychology. Daarnaast werkt hij voor GZA healthcare, een bedrijf dat verantwoordelijk is voor het welzijn van vluchtelingen die verblijven in alle asielzoekerscentra in Nederland. Hij ontwikkelde een preventieprogramma dat tot doel heeft de veerkracht en het welzijn van vluchtelingen te vergrote. Dit programma is beschikbaar op alle asielzoekerscentra, waaraan sinds 2020 al meer dan 1200 vluchtelingen hebben deelgenomen.
In deze deelsessie gaat Tommy Hendriks in op gehechtheid bij migranten. Daarbij ligt de nadruk op het verminderen van hechtingsproblematiek op een specifiek culturele-sensitieve wijze. Aan de hand van oefeningen ter versterking van positieve emoties en positieve reacties zal duidelijk worden hoe dit in de praktijk gestalte kan krijgen.
Sheri Madigan is een geregistreerd klinisch psychologe en hoogleraar "Determinants of child development" aan de University of Calgary in Canada. Ze is directeur van het Madigan Lab aan haar universiteit: een onderzoeksgroep die zich richt op het begrijpen van de invloed van jeugdervaringen op de cognitieve ontwikkeling en het geestelijk welzijn van jonge mensen. In haar onderzoeken worden praktijkrelevante thema's als gehechtheid, ACEs, kindermishandeling en de invloed van psychisch welbevinden van ouders op hun kinderen bij betrokken.
Zij publiceerde inmiddels bijna 200 artikelen, boeken en hoofdstukken over dit thema.
Sheri Madigan gaat in op patronen die (onbewust) worden overgedragen van generatie op generatie. Welke mechanismen spelen een rol bij deze overdracht en welke theoriën zijn van belang in de zoektocht naar verklaringen?
Guus is opgeleid als jeugdhulpverlener en studeerde Comparative European Social Studies aan de University of North London. Op de werkvloer lag zijn hart bij het systemisch werken met (LVB-) jongeren met bijkomende psychiatrische problematiek. Hij werkte regelmatig voor het consulententeam (het huidige CCE) en heeft meer dan 20 jaar ervaring in leidinggevende- en beleidsfuncties. Hij was onder andere manager, projectleider en directeur van een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Sinds 2006 is hij verbonden aan het Euregionaal Congresburo en het Centrum voor Educatie en Supervisie. Guus is getrouwd, vader van twee kinderen en trotse grootvader van drie kleinkinderen.
Voor dit congres is accreditatie aangevraagd bij:
SKJ
6 punten voor hbo-opgeleide jeugd- en gezinsprofessionals in de categorie informeel leren - conferentie
NIP K&J / NVO-OG
6 punten voor herregistratie
1,5 punten voor opleiding - behandeling
1 punten voor opleiding - diagnostiek
0,5 punt voor opleiding - overige taken
FGzPt
5 punten
Registerplein
7 punten voor:
AbSG (KNMG/GAIA)*
Alleen geaccrediteerd voor uitvoering op locatie
Kwaliteitsregister V&V
5 punten voor:
Verpleegkundig Specialisten Register
5 punten
Register vaktherapie
7 punten
Dit online-congres staat voor 7 studie-uren.
* LET OP: Toegekende punten van AbSG / KNMG-GAIA voor artsen gelden uitsluitend voor deelname aan deze live-versie van het congres en NIET voor de online versie.
De prijs voor deelname aan deze dag is € 249,00 ex. 21% BTW en inclusief:
Ben of word je abonnee van de gratis nieuwsbrief van Blik op Hulp, dan ontvang je € 6,00 korting op het vroegboektarief en neem je deel voor € 219,00 (ex. 21% BTW). Je dient je dan wel aan te melden met het e-mail adres waarop je ook de nieuwsbrief van Blik op Hulp ontvangt.
Als je ervoor kiest om direct online te betalen, dan krijg je € 5,00 (extra) korting op je aanmelding.
Werk je als zelfstandige zonder personeel (zzp-er), dan geldt een prijs van € 180,00 (ex. 21% BTW). Vermeld bij inschrijving je KvK-nummer in het daarvoor bestemde vak. Je kunt alleen gebruik maken van deze korting als je direct online betaalt.
Wil je deelnemen met een groep van 5 of meer personen, dan kun je gebruik maken van de groepskorting. Op die manier neemt elke vijfde deelnemer van de groep gratis deel. De hoofdaanmelder ontvangt na inschrijving de groepscode en stuurt deze door naar de 4 collega's. Elke collega moet daarna zelf inschrijven onder vermelding van deze code.
Aanmelding verloopt via het online inschrijfformulier en gebeurt op volgorde van aanmelding.
Kun je zelf niet komen? Vertel dan een collega over deze dag!