Dr. Guido van de Luitgaarden
Bijdrage: Dagvoorzitter

Guido van de Luitgaarden is opgeleid als sociaal-pedagogisch hulpverlener en werkte in die hoedanigheid onder meer in het sociaal-cultureel werk. Hij was gedurende 16 jaar als senior onderzoeker en docent werkzaam bij Zuyd Hogeschool, lectoraat Sociale Integratie. Guido promoveerde aan de University of Salford (VK) op een proefschrift over oordeels- en besluitvorming bij vermoedens van kindermishandeling. Sinds 2006 is hij verbonden aan het Euregionaal Congresburo en het Centrum voor Educatie en Supervisie. Daarnaast is hij echtgenoot en (pleeg)vader.

Prof. Dr. Witte Hoogendijk
Bijdrage: Inleiding tot internaliserende problematiek bij jongeren

Witte Hoogendijk is hoogleraar en hoofd van de afdeling Psychiatrie bij het Erasmus MC in Rotterdam. Als psychiater behandelt hij vooral patiënten met stress-gerelateerde stoornissen en daar geeft hij ook onderwijs in. Daarnaast doet hij al 30 jaar onderzoek naar de biologische, psy­chologische en sociale rol die stress speelt bij het ontstaan van stress-gerelateerde aandoeningen, zoals burn-out en depressie. Resultaten en visie vanuit dit onderzoek heeft Witte Hoogendijk regelmatig voor een breder publiek vertaald op televisie (Nieuwsuur, VPRO’s Labyrint, VARA’s Nieuwslicht, Coen Verbraaks Kijken in de ziel, NOS journaal, VARA’s Paul Witteman en Buitenhof) en in de geschreven pers (NRC Handelsblad, de Volkskrant, etc.). Samen met de Volkskrant journalist Wilma de Rek schreef hij het boek Van Big Bang tot Burn-out: het grote ver­haal over stress en het boek Leef als een beest.

Internaliserende problemen, zoals depressie en angst, vormen een uitdaging voor het welzijn van kinderen en jongvolwassenen. In deze inleidende presentatie onder regie van Witte Hoogendijk verkennen we de oorzaken, symptomen en impact van internaliserende problemen op de ontwikkeling. Vervolgens wordt de overstap gemaakt naar effectieve interventies en strategieën voor preventie en ondersteuning.

Dr. Jeffrey Roelofs
Bijdrage: Emotieregulatie en cognitieve controle bij depressieve jongeren

Jeffrey Roelofs heeft na zijn studie Geestelijke Gezondheidkunde en epidemiologie promotieonderzoek gedaan naar psychische factoren bij mensen met chronische pijn. Na zijn promotie is hij zich gaan richten op internaliserende stoornissen bij kinderen en jeugdigen. Hij heeft met een VENI subsidie onderzoek gedaan naar negatief denken bij depressie. Momenteel houdt hij zich bezig met onderzoek naar groepschematherapie bij jongeren met een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling en eetstoornissen. Naast zijn academische werkzaamheden is hij klinisch psycholoog en psychotherapeut en werkt hij bij Youz Maastricht en in een vrijgevestigde praktijk. Hij is supervisor cognitieve gedragstherapie (VGCt) en schematherapie (VSt).

In de presentatie over het bevorderen van emotieregulatie en cognitieve controle bij depressieve jongeren wordt dieper ingegaan op de essentiële aspecten van emotionele gezondheid en zelfregulatie. Jeffrey Roelofs deelt zijn inzichten over het belang van het herkennen van emoties, het versterken van copingvaardigheden en het bevorderen van positieve denkpatronen bij depressieve jongeren. Door het delen van praktijkvoorbeelden en recente onderzoeksbevindingen worden deelnemers geïnformeerd over effectieve benaderingen en interventies die jongeren kunnen helpen om veerkrachtiger te worden en hun mentale welzijn te verbeteren.

Dr. Fabiënne Naber
Bijdrage: De neurobiologie van depressie en angstproblematiek

Fabiënne Naber is als wetenschapper aangesteld bij het UMC-Utrecht afdeling Psychiatrie en werkzaam bij Autimaat (gespecialiseerde GGZ voor ASS) en het Kleine Heldenhuis (gespecialiseerde GGZ voor prematuur- en dysmatuur geboren kinderen).

Het begrijpen van de neurobiologie van depressie en angst is cruciaal voor de ontwikkeling van effectieve behandelingen en interventies. Door te kijken naar de complexe interacties tussen genetische, neurologische en omgevingsfactoren kunnen onderzoekers en clinici beter inzicht krijgen in deze aandoeningen en manieren vinden om ze effectief te behandelen en te beheren.

Prof. Dr. Ad Vingerhoets
Bijdrage: De functie van huilen in relatie tot depressie en andere pathologie

Ad Vingerhoets is emeritus hoogleraar Emoties en Welbevinden van Tilburg University. Hij was verbonden aan het Departement Medische & Klinische Psychologie. Zijn expertise ligt op het gebied van stress en emoties (hij was medeauteur van het Gezondheidsraadrapport Stress en Gezondheid) en kwaliteit van leven. Met name zijn onderzoek naar vrijetijdsziekte, heimwee en nostalgie, maar vooral huilen trok veel (inter)nationale mediabelangstelling, waaronder Time Magazine, The New York Times, The Wall Stress Journal, The Times, etc. Naast zijn vele publicaties in vaktijdschriften, schreef hij ook populaire boeken over, onder andere, huilen (Tranen: Waarom mensen huilen) en emoties (De emotionele mens). Tevens trad hij op op verschillende (wetenschaps)festivals in binnen- en buitenland, o.a. in Londen, Gent, Amsterdam, Eindhoven, Nijmegen, Groningen, etc. en verleende zijn medewerking aan diverse podcasts, blogs, en documentaires, in binnen- en buitenland.

Huilen is een vorm van emotionele expressie waarvan velen denken dat het kan helpen bij het ontladen van spanning en stress. Huilen kan ook anderen attenderen op iemands emotionele toestand en kan leiden tot empathische reacties. Er bestaan grote Individuele verschillen in hoe vaak en intens mensen huilen, onder meer als gevolg van persoonlijkheid, cultuur, en sociale normen, en psychische en lichamelijke gesteldheid. In relatie tot depressie en andere pathologieën kan huilen zowel een symptoom als een copingmechanisme zijn. Mensen met depressie kunnen bijvoorbeeld ofwel vaker huilen en moeite hebben om hun emoties te reguleren, of juist het vermogen om te huilen verliezen en emotioneel verdoofd zijn. Ad Vingerhoets gaat nader in op wat we weten uit wetenschappelijk onderzoek en wat dit impliceert voor de praktijk.

Kaveh Bouteh
Bijdrage: Angst en depressie bij jongeren met een migratie achtergrond

Kaveh is trainer en adviseur bij Pharos, een landelijke organisatie die zich onder meer bezig houdt met het duurzaam verbeteren van de kwaliteit, effectiviteit en toegankelijkheid van zorg en preventie aan laagopgeleiden, migranten en vluchtelingen. Hij is daarnaast als gastdocent verbonden aan diverse hogescholen en universiteiten en is gespecialiseerd in healthcare and diversity, health literacy en diversiteitsmanagement.

Preventie en begeleiding van angst en depressie bij jongeren met een migratieachtergrond vereisen een holistische aanpak die rekening houdt met culturele, sociale en individuele factoren. Onderzoek suggereert dat ondersteuning op maat, inclusief cultureel competente ondersteuning en gemeenschapsgerichte programma's, effectief kan zijn.

Dr. Erik Jan de Wilde
Bijdrage: De onderliggende psychiatrische en psychologische dynamiek bij zelfbeschadiging

Erik Jan de Wilde is als expert Monitoring verbonden aan de vakgroep Kwaliteit, Beleid en Monitoring van het Nederlands Jeugdinstituut. Deze vakgroep richt zich op het goed toerusten van opvoeders, professionals en gemeenten met feiten, cijfers en handelingsadviezen in het ondersteunen van jeugdigen en gezinnen.

Bij zelfbeschadiging spelen diverse psychiatrische en psychologische dynamieken een rol. Onderliggende psychische aandoeningen zoals depressie en angststoornissen, kunnen een belangrijke rol spelen. Zelfbeschadiging kan dienen als een maladaptieve copingstrategie om emotionele pijn te verlichten, controle te herwinnen of om te gaan met traumatische ervaringen. Het kan ook fungeren als een communicatiemiddel voor innerlijke pijn of conflicten die moeilijk in woorden kunnen worden uitgedrukt. Erik Jan de Wilde gaat in zijn bijdrage in op het begrijpen van specifieke factoren die zelfbeschadiging aanwakkeren, om zo gepaste interventies en behandelingen in te zetten.

Dr. Anika Bexkens
Bijdrage: Omgaan met angsten en depressies bij jeugd met een LVB

Anika Bexkens is klinisch psycholoog en universitair hoofddocent. Zij is werkzaam bij GGZ Delfland op een brede jeugdafdeling en geeft les aan de Universiteit Leiden in de masteropleiding ontwikkelingspsychologie, waar zij ook betrokken is bij het Leids Kenniscentrum Stress en Angst bij jeugdigen dat zich richt op het vroeg herkennen en verhelpen van angst. Daarnaast doet Anika wetenschappelijk onderzoek naar o.a. gevoeligheid voor groepsdruk en het inzetten van ervaringsdeskundigheid bij jongeren met een licht verstandelijke beperking.

Het omgaan met angsten en depressies bij jeugd die een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben, vergt een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak. Het is belangrijk om zowel de emotionele als cognitieve behoeften van deze groep individuen te erkennen en te ondersteunen. Effectieve interventies voor deze doelgroep omvatten vaak een combinatie van psycho-educatie, aangepaste cognitieve gedragstherapie en sociale vaardigheidstraining. Hierbij is het betrekken van familie en verzorgers essentieel, omdat zij een centrale rol spelen in het bieden van een ondersteunende en stabiele omgeving. Het identificeren van triggers voor angst en depressie bij jeugd met een LVB vereist geduld, observatie en open communicatie, gezien de communicatie- en begripsproblemen die kunnen optreden.

Drs. Guus Feron
Bijdrage: Congresmanager

Guus is opgeleid als jeugdhulpverlener en studeerde Comparative European Social Studies aan de University of North London. Op de werkvloer lag zijn hart bij het systemisch werken met (LVB-) jongeren met bijkomende psychiatrische problematiek. Hij werkte regelmatig voor het consulententeam (het huidige CCE) en heeft meer dan 20 jaar ervaring in leidinggevende- en beleidsfuncties. Hij was onder andere manager, projectleider en directeur van een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Sinds 2006 is hij verbonden aan het Euregionaal Congresburo en het Centrum voor Educatie en Supervisie. Guus is getrouwd, vader van twee kinderen en trotse grootvader van drie kleinkinderen.